Idiopathisch kleine gestalte (ISS)

Algemeen

De idiopathische kleine gestalte (ISS) omvat verschillende abnormale gezondheidstoestanden die gemeen hebben dat ze leiden tot een kleine gestalte. Deze term wordt gebruikt wanneer een abnormale toestand spontaan optreedt, zonder dat de oorzaak bekend is. De diagnose is moeilijk, vaak omdat de oorzaak verband houdt met nog onbekende genetische factoren¹.

Oorzaak

Idiopathische kleine gestalte (ISS) kan verband houden met genetische mutaties die te maken hebben met groeihormonen en de fysiologie van het samenvoegende kraakbeen van de lange botten. Maar de oorzaken, waarvan er vele zijn, zijn nog onbekend¹.

Symptomen

De symptomen van idiopathische kleine gestalte zijn zeer variabel. Het belangrijkste symptoom is een klein gestalte en langzame groei².

Diagnose

De diagnose is gebaseerd op het uitsluiten van alle andere oorzaken van een kleine gestalte. Het is daarom een gecompliceerde diagnose, die een nauwgezette reconstructie van de geschiedenis van het kind, een grondig onderzoek, beoordeling van de groei, bepaling van de botvolgroeiing en soms laboratoriumtests vereist. In de toekomst, als meer en meer gevallen worden opgehelderd, zullen we de oorzaken van groeistoornissen beter begrijpen en zal de diagnose gemakkelijker worden².

Evalueer de groei van uw kind

Het is belangrijk om de groei van uw kind regelmatig te volgen zodat u eventuele problemen zo snel mogelijk kunt herkennen³. Wij raden aan om de groei van uw kind regelmatig te evalueren (zie “Kind & Gezin” en “Centrum voor LeerlingenBegeleiding”), wat gemakkelijk is met onze gebruiksvriendelijke groeicalculator.

Praat erover met uw arts

Als u zich zorgen maakt over de groei van uw kind, praat dan met een arts. Hij of zij kan de groei van uw kind meten, indien nodig een uitgebreider onderzoek doen en u misschien doorverwijzen naar een specialist. Deze site helpt u om u op deze afspraken voor te bereiden.

1 Inzaghi, Elena et al. Horm Res Paediatr vol. 92,2 (2019): 71-83
2 Kang, Min Jae. Ann Pediatr Endocrinol Metab vol. 22,3 (2017): 153-157
3 Haymond M. Acta Paediatr 2013;102(8):787-96

BE24NNM00011 – 10/2024